HANDSOME DICK MANITOBA – BORN IN THE BRONX

 

 Interview: “ I never had a yearning to sing in a r’n’r band / Duite honestly, I never thought about being a DJ /  I never wanted to be a songwriter and make my own record… “ (HDM)

Singer-songwriter Richard "Handsome Dick" Manitoba (aka Richard Blum) was vanaf 1975 de leider van de NYC-punkgroep The Dictators (debuut album: ‘The Dictators Go Girl Crazy!’ [1975]). De groep onderging een reeks splits en naamsveranderingen (Manitoba’s Wild Kingdom), maar behield altijd Manitoba als frontman. HDM was ook gedurende 14 jaar een DJ op Sirius / XM, een Amerikaanse omroep met hoofdkantoor in Midtown Manhattan, NYC, die satellietradio en online radiodiensten aanbiedt. Hij werd in 2005 door The Village Voice erkend als beste satellietradio DJ. Vanaf 2005 was Manitoba ook leadzanger voor MC5, na het overlijden van leadzanger Rob Tyner. HDM bleef in die hoedanigheid tot 2012, toen MC5 uiteindelijk ontbond na de dood van bassist Michael Davis (1943-2012). Manitoba heeft nu een podcast genaamd “You Don't Know Dick”. En -zo zegt hij zelf- het beste moet nog komen!

“ This is BORN IN THE BRONX, germinated in NYC, manifested in Nashville, TN and, available throughout the world… “

‘Born in the Bronx’ is Manibota’s eerste solo-release en wordt ondersteund door een line-up van niet de “minsten”, waaronder o.a. P.F. Sloan (1945-2015). Sloan was een Amerikaanse zanger en songwriter. Hij schreef talrijke nummers waaronder hits als “Eve of Destruction” voor Barry McGuire. Sloan is hier te horen op een cover van zijn opus “Eve of Destruction” (de enige cover) op mondharmonica, gitaar en achtergrondzang.

Het album kwam er nadat Jon Tiven hem in Nashville uitnodigde, waar de nummers opgenomen werden in zijn thuisstudio. Tiven zelf speelt op ‘Born in the Bronx’ op zeven instrumenten. De andere muzikanten zijn drummer Mickey Curry (Tina Turner, Hall & Oates, Elvis Costello, Bryan Adams), drummer Michael Shrieve (Santana), drummer Simon Kirke (Free, Bad Company, Ringo Starr), zanger Chuck Mead (BR549), zanger Harry Stinson (Marty Stuart’s Fabulous Superlatives) en zangeres Beth Hooker (Don Henley, Billy Joel). Buddy Miller (Emmylou Harris, Robert Plant, Salomon Burke) speelde op mandoloncello (een violoncello van de mandoline-familie) en bassiste Sally Tiven (BB King, Wilson Pickett, Don Covay) sluiten onder het mom “last but not least” de rij af.

Op de cover na schreef Manitoba de nummers zelf, waarbij hij voor o.a. “Surfside” (een hommage aan…) de hulp kreeg van Stephen J. Kalinich (schreef “Litte Bird, Be Still” voor de Beach Boys) en Jon Tiven.

Op ‘Born in the Bronx’ klinkt Handsome Dick Manitoba niet zo stoer als bij The Dictators. Er zijn zeker oer momenten en Dick's zang behoudt een (h)eerlijke rauwheid, maar de hardnekkige, punk-rommel-niet-met-ons-swagger die het materiaal van de band doorkruist, is hier niet zo prominent aanwezig. De opener “Shelley” dekt al direct de lading. Het nummer heeft een los, maar levendig ritme dat gekleurd wordt door Jon Tiven’s vervormde gitaar, piano riffs en later een saxofoon. Er is een hartverwarmend gevoel bij de teksten over jeugdige relaties, die heel herkenbaar zijn en het refrein is sterk. “Back to My TV” is een no-nonsense rocknummer dat in de teksten vol humor zit. Er wordt verwezen naar tv-klassiekers uit de jaren zeventig zoals “Kojak” en “Charlie’s Angels”, waarbij de hoofdpersoon zijn favoriete verleden vergelijkt met de moderne zielloze wereld van mensen, die vrijwel niet kunnen bestaan ​​zonder hun aandacht van de schermen van hun mobiele telefoon af te wenden. P.F. Sloan’s “Eve of Destruction” schetst een deprimerend en realistisch beeld (van een waar kinderen met geweren op straat en in symbolische oorlogen kunnen vechten terwijl ze pas zestien jaar oud zijn, te jong om te stemmen); maar het heeft een positieve noot in het refrein. Een zwaar onderwerp, maar een nummer dat goed bij dit album past. Het nummer zit ingeklemd tussen twee rechte rockers, de tweede is “Surfside”. Deze verwrongen Beach Boys-klassieker, is misschien wel het meest Dictators-achtige nummer op het album. Het nummer is mede geschreven door Stephen J. Kalinich, een transcendentale dichter uit de jaren zestig, die inderdaad woorden schreef voor de Beach Boys. “The Cooker & the Hit” is, om het evenwicht erin te houden, een donker nummer met een ijzeren funky vibe, die de voeten doet bewegen, terwijl het verhaal van drugs tragedie verteld wordt. “Big Army Brass” is iets minder veeleisends. Het hoge tempo zit vol pulserende pianotoetsen en geniale Manitoba-coupletten: “Ze sneden mijn vleugels tot op het bot, zo verdomd kort dat ik niet naar huis kon vliegen… Ik werd betrapt door Big Army Brass. En als ik gilde, schoppen ze me in de maling…”. In “Layers Down” doet HDM een ander verhaal, eindigend met een moordende sax-solo. “Callie May” is een Keltische punkhint met een snel rockabilly-ritme, waarbij de teksten van Dick zinnen bevatten die je hardop laten lachen: “Ik was gefascineerd door haar levendige groene ogen en donkerbruin haar en, een glimlach die een grizzlybeer kon temmen...”. “Thicker Than Blood” is een opvallend nummer. Het baadt in een mooie, lichte, zomerse sfeer die aan Springsteen's “Hungry Heart” doet denken. Het is soulvol en het onderwerp is duidelijk uit de openingsregel: “Je kunt je vrienden kiezen, maar je kunt je familie niet kiezen…”. “Magenta Street” valt op door de gitaarfrasering en de sterke arrangementen, kenmerkend voor de rest van het album en van Jon Tiven's werk in het algemeen. “8th Avenue Serenade” klinkt heel feestelijk en “Soul Punk King of NYC” vertelt een stukje Big Apple-geschiedenis. De Soul Punk Kings waren op een gegeven moment de backingband van HDM. Het nummer lijkt biografisch en Dick Manitoba lijkt te genieten van de rol van het titelpersonage van het nummer. De titelsong is hier de afsluiter. “Born in the Bronx” heeft ook een feestelijk gevoel en is biografisch, gebaseerd op de geneugten van beginnen en opgroeien in de Bronx. Met herinneringen aan Yankee Stadium, Bronx Zoo, de grote Bronx-geboren schrijver Richard Price. En natuurlijk, het schoeisel: “We droegen sneakers, acht dollar per paar, hi-tops van wit, die van Chuck Taylor en Skips waren nergens te zien…”. Het nummer is erg melodieus en wordt geleid door een eenvoudige toetsenbordlijn.

Handsome Dick Manitoba, bijgestaan ​​door Jon Tiven, heeft met ‘Born in the Bronx’ eindelijk een topalbum op zijn naam staan. Met een geweldige cast en Dick's stem, teksten en persoonlijkheid was dit resultaat te verwachten. “Knappe” Dick Manitoba is een legende en het werd hoog tijd dat hij een soloalbum maakte! Rock liefhebbers, Crank it! "

“ With ‘Born in the Bronx’ Handsome Dick Manitoba, assisted by Jon Tiven, finally has a solo album to his name. With a great cast and Dick's voice, lyrics and personality, this result was to be expected. HDM is a legend and it was high time he took this step. Rock lovers, Crank it! “ (ESC for Rootstime.be)

Eric Schuurmans

 

Album track list:
01. Shelley - 02. Back to My TV - 03. Eve of Destruction [P.F. Sloan] - 04. Surfside [with Stephen K. Kalinich / Jon Tiven] - 05. The Cooker & the Hit - 06. Big Army Brass - 07. Layers Down – 8. Callie May - 09. Thicker Than Blood - 10. Magenta Street - 11. 8th Avenue Serenade - 12. Soul Punk King of NYC - 13. Born in the Bronx / Words/music © 2019 by: Handsome Dick Manitoba / Jon Tiven, unless otherwise [noted] - Produced by: Jon Tiven

Album line-up:
Lead vocs: Handsome Dick Manitoba / B-vocs: Harry Stinson, Beth Booker, Chuck Head, Buddy Miller, Donte Mishawn, P.F. Sloan / Guitars, tenor sax, organ, piano, percussion, b-vocs: Jon Tiven / Bass: Sally Tiven / Percussion: Shannon Pollard (6,11,13) / Mandocello: Buddy Millar (3) / Drums: Simon Kirke, Mickey Currey – Additional drummers: Shannon Pollard (3), Matt Reale (5), Louis Appel (6), Todd Snare (7), Michael Svrieve (2), Darrel Peyton (12)

Discography Handsome Dick Manitoba:
Born in the Bronx [2019] | The King Of Night Train, by The Nomads, feat. Joey Ramone & Handsome Dick Manitoba [1999] |

 

Artiest info
Website  
 

Label: Liberation Hall

video